Concept: Lagen overzicht

In Vectorworks bestaan twee soorten lagen, elk met hun eigen doel:

Ontwerplagen bevatten de tekenobjecten en dienen om de elementen van een project te tekenen en vorm te geven. Je kan ze opeenstapelen, tijdelijk verbergen, verschalen en reorganiseren. Ontwerplagen hebben een fijne grijze rand (indien de paginarand word weergegeven).

Presentatielagen dienen om de eindversie van een tekening te presenteren. Ze kunnen zichtvensters, bladkaders, opmerkingen en andere aanduidingen bevatten. Presentatielagen hebben steeds een schaal van 1:1 en zijn qua zichtbaarheid en weergave vast ingesteld op respectievelijk ‘Toon alleen actieve’ en ‘2D/Planaanzicht’ (zie Zichtvensters op presentatielagen creëren). Voor de zichtvensters zelf kan je wel een andere schaal, weergave, rendering, enz. kiezen. Presentatielagen hebben een brede grijze rand die de printmarge voorstelt.

Lagen hebben bepaalde kenmerken die worden aangewend bij het tekenen en het organiseren van bestanden:

Ontwerplagen worden standaard gestapeld in de volgorde van creatie (nieuwe lagen komen bovenop de stapel). Je kan deze volgorde wel veranderen. Dit zorgt ervoor dat alle objecten per laag naar een andere locatie worden overgebracht zonder dat de objecten op zich of hun plaats op de laag veranderen.

Structure00598.png

Je kan de afstand tussen de lagen zelf bepalen, zodat de lagen niet gewoon plat op elkaar liggen. Voor ontwerplagen kan je bovendien standaardhoogtes opgeven voor de objecten op die op laag liggen. Op die manier creëer je een natuurlijke organisatie binnen een project voor objecten op verschillende verdiepingen of op verschillende hoogtes op een verdieping.

Ontwerplagen kunnen zichtbaar, onzichtbaar of grijs worden weergegeven. Door met de zichtbaarheid te spelen kan je ontwerplagen creëren waarvan de objecten steeds zichtbaar zijn, of lagen waarvan de objecten enkel in bepaalde gevallen zichtbaar zijn. Dankzij deze mogelijkheid hoef je niet steeds nieuwe objecten te creëren. Op presentatielagen is steeds enkel de actieve laag zichtbaar.

Structure00601.png

Per ontwerplaag, en zichtvensters op een ontwerplaag (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist), kan je een schaal bepalen. Hierdoor kunt alle aspecten van een project weergeven, van terreinmodel tot details.

Ontwerplagen hebben de mogelijkheid tot 3D-weergave. Bijvoorbeeld, als je voor elke verdieping van een huis (van kelder tot dak) een aparte ontwerplaag voorziet, kan je niet alleen het 2D-plan voor elk van de lagen/verdiepingen printen, maar ook de ontwerplagen samen in 3D bekijken. Je krijgt in dat geval het model van een compleet huis.

Je kan zichtvensters gebruiken om verschillende weergaven van een en dezelfde tekening te maken, zowel op ontwerplagen (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist) als op presentatielagen. In een zichtvenster toon je bijvoorbeeld een gebouw in 2D/Planaanzicht en in een ander zichtvenster datzelfde gebouw maar in 3D of vanuit een ander perspectief. De oorspronkelijke ontwerplagen blijven ongewijzigd.

Op specifieke ontwerplagen die reeds in een ander Vectorworksbestand bestaan, kan je een abonnement nemen samen met de klassen en hulpbronnen van die lagen, alsook de hulpbronnen uit het geabonneerde bestand. Van een geabonneerd item dat gewijzigd wordt in het bronbestand, worden de veranderingen ook doorgevoerd in het doelbestand. Zie Concept: Abonneren op lagen.

Vectorworks Architectuur en Landschap om ontwerplagen te koppelen aan bouwlagen met objecten. Bouwlagen vertegenwoordigen vaste hoogtewaarden in een model. Ontwerplagen kunnen zich daarentegen op verschillende, relatieve hoogten in een bouwlaag bevinden. Dankzij deze organisatiemethode wordt het veel makkelijker om de verschillende lagen van een gebouw en de bijbehorende objecten zoals muren en kolommen te beheren. Zie 3D-model opmaken met bouwlagen.

In Vectorworks Architectuur kan je zelf de hoogte van het snijvlak op een ontwerplaag bepalen. Bij de creatie van een snijvlak worden alle autohybride objecten, structuurelementen, muren, vliesgevels (inclusief objecten zoals ramen die zich in de muur bevinden) en muurobjecten volgens hun snedeweergave getoond. Deze weergave kan je per materiaal of per klasse instellen of voor elk element afzonderlijk bepalen bij de objectinstellingen.

Lagen creëren

Objecten aan een klasse en laag toekennen

Eigenschappen van ontwerplagen bewerken

De actieve laag veranderen

Eigenschappen van presentatielagen

Commando’s voor de algemene zichtbaarheid van klassen en lagen

Zichtbaarheidskolommen

Het gereedschap Zichtbaarheid

Je tekening organiseren

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.